Een sieraad voor Loenen is nog altijd kasteel Ter Horst. Het uit 1557 daterende kasteel past prachtig in de bomenrijke omgeving. In dat jaar liet Arnhems burgemeester Wijnand Hackfort (1522-1563) hier zijn zomer- en jachtverblijf bouwen. Hij noemde dit zijn Lagchend Huys. Vanaf de Hoofdweg heeft men een fraai uitzicht op het kasteel, dat zeven geslachten het eigendom is geweest van de adellijke familie Hackfort. Aan deze familie heeft het dorp voor een groot deel haar ontwikkeling te danken.
Meer dan 300 jaar bleef Kasteel Ter Horst eigendom van familie Hackfort. Het diende in deze periode voornamelijk als woonhuis. Vóór 1557 schijnt het kasteel al te hebben bestaan, zij het in een andere constructie. Hiervan is niet veel bekend. De kelders hebben vloeren met stenen die dateren uit 1300.
Dank zij de Hackforts heeft Loenen ook haar unieke wapen. Ter gelegenheid van het 1150-jarig bestaan kwam er ook een vlag van dit wapen. Het geslacht Hackfort voerde het wapen in goud met rode dwarsbalk en drie leliën, met een zittende en twee staande hazewindhonden. Zeven geslachten lang tot 1939 voerde de familie Hackfort tot Ter Horst dit wapen. Velen van hen liggen begraven op het kerkhof bij de Rooms Katholieke Kerk, waar de familie een eigen grafkelder liet bouwen.
Door het overlijden van Alard baron van Hackfort tot Ter Horst in 1882 stierf het adellijk geslacht Hackfort uit in de mannelijke lijn. Maria Leopoldina Hackfort huwde op 23 juni 1862 met baron Ferdinandus van Wijnbergen. Het kasteel kwam in 1890 leeg te staan en werd te koop aangeboden. Dankzij Robert Mevil, baron van Lynden bleef het kasteel voor Loenen gespaard. De baron liet het kasteel geheel verbouwen en ging hier een groot gedeelte van het jaar wonen. Sinds 1933 is het kasteel particulier bezit van de familie Russelman. Alexander Russelman, de huidige eigenaar, exploiteert op het landgoed een houthandel.
Het Huis waar wij zijn geboren....
1946 - 1957
Wilma Musch
Erica Musch
Helena Christina Musch
Catharina Musch
.....een vogel in vrije vlucht voor de zon.....
.....de vrijheid van vogels, symboliserend...
.....de vrijheid van denken en geaardheid.
De naam en het logo van "de Wiekelaar" werd ontworpen in 1938 door de eerste eigenaar en beheerder, Mw. Catherina F. Eikema, en was gebaseerd op de volgende betekenis:
De Wiekelaar is een verzamelnaam voor vogels, alles wat wieken heeft, en de achterliggende gedachte was dat mensen van verschillende aard dus “vogels van allerlei pluimage” welkom moesten zijn in het huis”.
Het logo van de Wiekelaar was een vogel in vrije vlucht voor de zon en symboliseerde de vrijheid van vogels = "vrijheid van denken en geaardheid".
De eerste 'Wiekelaar' stond in Soest en werd beheerd door Mw Eikema van 1938 tot 1944. Op 1 mei 1944, gedurende de oorlog, hebben Wim en Wil Musch de Wiekelaar officieus overgenomen. Echter het huis werd geconfisceerd en na de oorlog in 1945 werd een nieuwe locatie gevonden in Loenen op de Veluwe. Het huis “de Kleine Horst” aan de Hoofdweg 58, werd de nieuwe Wiekelaar. Tussen 1946 en 1957 kregen zij vier dochters: Wilma (1946); Erica (1948); Helena Christina (1951) en Catharina (1956).
De Wiekelaar
Het gebouw de Wiekelaar, voorheen Pension "de Kleine Horst", werd gebouwd rond 1900 als een landhuis voor oude mannen. Verschillende rijke families hebben er nadien gewoond en in 1946 werd het overgenomen door Wim Musch en kreeg het de naam "De Wiekelaar". De "Grote Horst", het echte kasteel van Loenen stond een paar kilometer buiten het dorp Loenen en werd bewoond door de familie Russelman.
De Wiekelaar was een huis van neo-classistische bouw. Het had drie verdiepingen. Er waren twee oprijlanen naar het huis toe, links en rechts met beiderzijds twee pilaren. Voor het huis was een ruim grasveld/sportveld (volleybal en basketbal), links voor het huis stonden 3 grote platanen en achter het huis stond een rij oude beuken. De hoofdingang had twee pilaren en door een glazen deur kwam men in de wit marmeren ontvangst hal.
Rechts was de ruime bibliotheek en de kantine en links waren de eetzaal met een haardvuur en de serre. Er waren aan beide zijden van het gebouw twee serres (een was de kantine en de andere was voor recreatie) daarboven waren twee ruime verandas gebouwd.
Er was een houten trap naar boven. Achter de trap waren de keuken en de bijkeukens en onder de trap waren de toiletten en een ruime kelder. In het midden van de hal hing een gong, die werd geluid om etenstijd aan te kondigen.
Op de eerste etage woonde deels het gezin Musch en was tevens de studeerkamer van Wim Musch (kamer 8). Verder waren er een aantal slaapzalen met 6-12 stapelbedden. afhankelijk van de grootte. In elke zaal was een vaste wastafel en in de gang waren een paar waslokalen. Op elke verdieping waren toiletten en er was een toilet op het bordes tussen de begane grond en de eerst verdieping. Op de tweede etage waren ook (kleinere) slaapzalen en individuele kamers waar gasten logeerden en waar personeel werd ondergebracht. Het huis kon 100 gasten onderbrengen.
Er werd gekookt op drie grote ijzeren gastoestellen op de vloer en een houtvuur fornuis, de voorraad hout werd opgeslagen achter de keuken. Er was geen centrale verwarming in het huis, van-daar dat alleen in de zomer gasten ontvangen konden worden. In de avonduren werd zonodig het open haard vuur aangemaakt in de serre. In het woonverblijf van het gezin Musch was een kolenhaard, dus alleen de woonkamer werd ver-warmd. De slaapkamers waren onverwarmd en 's winters, als het gevroren had, stonden de ijsbloemen dik op de ramen. Verder was er een „potkacheltjeā in kamer 8, de studeerkamer van Wim. Het gebouw had geleden onder het gebrek aan onderhoud gedurende de oorlogsjaren met als gevolg dat het dak lekte "als een gieter". Bij winterse buien werden overal pannen en emmers neergezet om het water op te vangen. Er was geen geld om het dak te herstellen en verder nodige reparaties uit te voeren.
Achter het huis waren een waterput en een aantal kleinere stenen huisjes gebouwd voor het personeel en/of voor gasten: "de Musjes" geheten.
Nadat het contract voor "de Wiekelaar" niet meer was verlengd in 1959, kwamen repatrianten gezinnen er tijdelijk wonen. Het gebouw raakte totaal uitgewoond en werd snel een ruine. In 1973 is besloten de bouwval af te breken om deze plaats te laten maken voor 17 bungalows. Een oude plataan, eiken en beuken bleven gespaard, helaas moesten de oude beuken later toch worden gekapt. Het bungalow complex bleef de naam "de Wiekelaar" houden.
Zo'n foto doet U even ophouden met werken en brengt Uw gedachten maanden vooruit, naar die ene week "vrijaf". Ieder vraagt zich af: "Wat doe ik er mede?". Waarheen ga ik? Welnu: deze folder wil U wegwijs maken, een richtlijn waarheen! Probeert U Loenen eens of kom weer. En maak van die ene kostbare week een brug van vermoeidheid naar vernieuwing. Moge deze folder verwachtingen wekken en een doel geven.
W.J. Musch, de Wiekelaar
Is: | voor conferentie, vacantie scholen en rust | ||
Heeft: | dagverblijf, open haard, lees en schrijf-kamer, cantine, gezinskamers, enkele kamers in de omgeving, slaapzalen, dekens, stromend water, allerlei spelen en piano | ||
Geeft: | goede maaltijden: 8.15, 12,30, 18 uur. Koffie, thee ook bij opstaan, wandeltocht, ontspanning, vrolijkheid, ernst, sluiting en kampvuur, gedachte bij begin en einde van de dag, goede herinneringen. | ||
Vraagt: | goed humeur, voordracht, muziekinstrumenten, 2 lakens, sloop, toiletgerei, trommeltje voor brood op dagtocht, kampkaart (ANWB-Haag), corvee "in een wip", een liedje voor laatkomers aan tafel, reserveringsbedrag en wat geld bij aankomst. Uw komst in seizoen des zaterdags na 14 uur en zo mogelijk uw vertrek voor 10 uur. Fietsen in naburige stalling (50 cts per week) Spoedige beslissing wegens vele aanvragen. Zo mogelijk uw was tijdig bespreken bij de wasserij. |
Note: In het jaar 2000 werd de Gulden overgenomen door de Euro: €1/f2,50
De Wiekelaar was voor conferentie, vacantie, scholen (schoolkamp) en rust (retraite). Vanaf het Paas-weekend tot ver in het Najaar kwamen groepen, verenigingen, scholen en individuelen naar de Wiekelaar. Het werd gebruikt voor landelijke congressen, kleine “Jeugd en Evangelie” conferenties en weekkampen.
Er was een programma voor de week met op dinsdag “de Bonte Avond”, waarbij een ieder kon deelnemen door middel van: theater, voordracht, zang, muziek en declamatie. Wim en Wil Musch en andere medewerkers namen actief deel aan de Bonte Avond.
Wim Musch presenteerde zich o.a. als “Dorus” (een toendertijd bekend radioprogramma gepresenteerd door de acteur Tom Manders). Maar, met name de gasten waren creatief en menig verkleedpartij werd onder hilariteit ten tonele gedragen. Er werd gezongen door Arjan Blanken, tenor en een huisvriend, en er werd muziek gemaakt door de violist Henk Rozenland en Frits en Marjan de Klark (zang en piano).
Een geliefde activiteit was "Vossenjacht".
Een aantal leden van een gastengroep werd als het ware "verstopt" bij bedrijven en ondernemingen in het dorp Loenen. Met deze bedrijven was een afspraak gemaakt dat mensen voor maximaal een halve dag deel uit zouden maken van het personeel. De rest van de groep (verdeeld in kleinere groepen) had de taak om, via aanwijzingen, hun "verborgen groepsleden" op te sporen.
Mensen werden ondergebracht als o.a. assistent-smid bij de smid in het dorp, assistent bakker bij de plaatselijke bakker (Brethouer), als verkoper in een manufacturen zaak (Pijnappel), als serveerster in een restaurant, als boerenknecht bij een boer, als schoonmaakster in een hotel . Zij werden naar gelang hun activiteiten gekleed en mochten zich niet kenbaar maken aan hun groepsgenoten. Bij het zoeken naar hun groepsgenoten werden de echte bewoners van Loenen vaak niet gespaard.
Op vrijdagavond was het kampvuur achter het huis met een woord van overdenking gesproken door Wim Musch en muziek met gitaar en zang van aanwezige gasten en/of vrienden.
Verder werden (nachtelijke) droppings georganiseerd, wandelingen en/of fietstochten in de Loenermark, naar de Loenense Waterval en nacht-vertellingen in het Loenense bos waarbij Ida Groenewegen van Wijck, een medewerkster, gedrapeerd in een wit laken "de Witte Wieven" deed herleven.
Binnenshuis waren tafeltennis, een sjoelbak en anderen spelen (dammen en schaken) ter beschikking en de bibliotheek had een selectie boeken. Buiten was het sport (volleybal) veld.
In de wintermaanden was de Wiekelaar gesloten en woonde alleen het gezin Musch in het grote huis.
De gasten werden verzocht minimaal mee te helpen in de huishoudelijke organisatie zoals:
Aan het eind van elke week vacantie kwam de fotograaf een groepsfoto maken. Dat was een hele ceremonie want de groepen moesten zò opgesteld worden, dat iedereen zichtbaar was. De fotograaf zette als eerste zijn apparatuur op en vervolgens de groep.
Als iedereen goed opgesteld stond dook hij onder zijn "donker kleedje" en stelde het toestel in. Als hij daarmee klaar was en alvorens het flitslicht te ontsluiten gaf hij instructies dat niemand zich meer mocht bewegen, maar wel moest blijven lachen.
De Overdenking in Kasteel de Grote Horst
Het kasteel dateert uit 1557 en werd gebouwd door de toenmalige Burgemeester van Arnhem Wijnand Hackfort.
Aan het eind van de 18e eeuw (1791) werd in de bijgebouwen van het kasteel een schuilkerk gebouwd. Omdat, volgens de toen nog geldende wets-regels, samenkomsten van rooms-katholieken in het calvinistische Gelderland niet zichtbaar mochten zijn vanaf de openbare weg, mocht het gebouw er niet uitzien als een kerk of kapel. Vandaar de naam schuilkerk of schuurkerk.
De gevel van het gebouw had twee gesloten luiken, welke schijnluiken waren en waar achter zich de muur van het kapelletje bevond. In 1843 kwam de officiele gelijkberechting van de godsdiensten in Nederland. Na de tweede Wereldoorlog heeft de kapel dienst gedaan als plaats van samenkomst voor leden van de Gereformeerde kerk in Beekbergen die in Loenen woonden; daarbij hoorden ook de bewoners van de Wiekelaar.
De overdenking in het kapelletje werd meestal gehouden door Wim Musch, met bij gelegenheden o.a. declamatie van Wil Musch en/of solozang door een van de gasten o.a. ArjanBlanken (tenor).
Het (trap)-orgeltje, ter begeleiding van de zang, werd ook bespeeld door Wim Musch of door een aanwezige gast die orgel kon spelen. Twee van de vier kinderen van Wim en Wil zijn gedoopt in het kapelletje (Erica en Heleen).
1956 2006